Wat gebeurt er in de postpartumperiode?
De postpartumperiode, ook wel de kraamtijd of puerperium genoemd, begint na de bevalling en duurt ongeveer 6 weken (al kunnen sommige effecten langer duren). Het is een belangrijke fase waarin je went aan het leven als moeder. Je moet opnieuw je draai vinden, in je relatie, in je lichaam (dat moet herstellen van de bevalling) en in je emoties (een rollercoaster van vreugde tot verdriet). Lees alles over deze intense postpartumperiode, van postnatale depressie en andere medische aandoeningen om goed op te letten, tot je eerste postpartumcontrole, eerste menstruatie na de bevalling en eerste keer seks na de bevalling.
Lichamelijke veranderingen
In de maanden na de geboorte ondergaat je lichaam heel wat veranderingen:
De eerste dagen na de geboorte
Je kleintje is er eindelijk! Dat betekent: borstvoeding en huid-op-huidcontact, maar ook herstellen van de bevalling. Hier kan je last van hebben de eerste dagen na de bevalling:
Vaginale bloeding. De eerste dagen en weken na de bevalling wordt het bloed en weefsel uit je baarmoeder afgescheiden als lochia of kraamvloed. Die bloeding begint meestal helderrood, maar wordt eerder bruin of geel naarmate de bloeding mindert. Borstvoeding kan de baarmoeder doen samentrekken, waardoor de bloeding even heviger wordt.
Contracties. Je kan tot 10 dagen na de geboorte postpartumkrampen krijgen. Dat komt doordat je baarmoeder terug krimpt naar de oorspronkelijke grootte en plek. Je kan hier een pijnstiller voor nemen, maar check eerst even met je zorgverlener als je borstvoeding geeft.
Perineumpijn. Bij een vaginale bevalling wordt het perineum, tussen je vagina en anus opgerekt om ruimte te maken voor de baby. Als je vagina uitscheurde of je een knip kreeg, werd je waarschijnlijk gehecht. Die zone kan gezwollen en pijnlijk voelen omdat de huid, het weefsel en de spieren aan het genezen zijn. Je zorgverlener zal je een behandeling aanbevelen aangepast aan jouw situatie. Over het algemeen helpen koude kompressen, comfortabele kussens of warm water de pijn wat te verlichten. Je kan ook vragen naar verdovende crème of spray.
Pijnlijk plassen. Bij een vaginale bevalling zet het hoofd van de baby heel wat druk op de blaas en plasbuis. Na de bevalling kan plassen daarom pijnlijk zin, of kan je het gevoel hebben dat je moet plassen maar het toch niet lukt. Spoelen met warm water tijdens het plassen en veel water drinken kunnen de pijn verlichten.
Gezwollen benen en voeten. Om de zwelling te verminderen, kan je je benen hoger leggen op een kussen of krukje.
Constipatie. Door de pijn ben je misschien minder geneigd om je te ontlasten. De operatie of pijnmedicatie kan ook een effect hebben op je stoelgang. Mocht je last krijgen van constipatie, probeer dan te wandelen, vezelrijk voedsel zoals fruit en groenten te eten en eventueel een laxerend middel te nemen als je zorgverlener dat aanraadt. Veel water drinken kan ook helpen.
Opgezwollen borsten. Een paar dagen na de geboorte kunnen je borsten hard, vol en gevoelig voelen omdat ze zich vullen met melk. Zodra je in een regelmatige borstvoedingsroutine gerold bent, nemen deze klachten normaal gesproken af. Als je flesvoeding geeft, verdwijnt het volle gevoel in je borsten na 7 à 10 dagen. Je kan de zwelling verder verminderen door een comfortabele bh en losse kleren, pijnstillers (mits toestemming van je zorgverlener) en koude kompressen. Melk afkolven geeft je lichaam het signaal om net meer melk te produceren, waardoor de symptomen aanhouden.
De eerste maanden na de geboorte
Je lichaam heeft veel doorstaan tijdens de zwangerschap en bevalling en heeft tijd nodig om daarvan te herstellen. Misschien wordt het niet meer terug zoals voordien. Deze veranderingen kan je merken:
Vermoeidheid. Het is niet meer dan normaal dat je de eerste maanden na de bevalling doodmoe bent. De bevalling was emotioneel en fysiek zwaar en je hebt heel wat ervaringen te verwerken. Ook het regelmatig voeden van je baby en slaapgebrek kunnen je uitputten. Probeer ook te slapen als je baby slaapt, vraag voldoende hulp, beperk bezoek en eet evenwichtig met veel proteïnen en ijzer. En laat de rest van je huishouden gerust even op z’n beloop. Laat die afwas maar staan en vraag of iemand anders wil koken of laat iets thuisbezorgen. Doe maar rustig aan nu en concentreer je op jezelf en je baby.
Zweten. Door hormonale veranderingen kan je tijdens de postpartumperiode badend in het zweet wakker worden. Dit gaat voorbij, maar je kan in de tussentijd op een handdoek liggen. Mocht je je zorgen maken, neem dan contact op met je zorgverlener.
Veranderingen aan je buik. Je uitgerekte buikspieren doen er even over om terug te keren naar hoe ze voor de zwangerschap waren. Je kan er dus nog een tijdje uitzien alsof je nog zwanger bent. Sommige vrouwen ervaren rectus diastase of het uiteenwijken van de rechte buikspieren. De linker- en rechterhelft van je “six pack”-spieren worden dan gescheiden tijdens de zwangerschap en komen niet terug naar elkaar na de postpartumperiode.
Striae. Sommige vrouwen krijgen striemen tijdens de zwangerschap. Hoewel die niet volledig weggaan, vervagen ze meestal wel met de tijd.
Haarverlies. Het is niet abnormaal om wat haar te verliezen na de bevalling. Zodra je hormonen terug in balans zijn, word je haar weer voller.
Gewichtsverlies. Je kan tot 9 kg gewicht verliezen na de bevalling, maar het zou kunnen dat je niet meteen terug op je gewicht komt van voor je zwangerschap. Van het gewicht dat erbij kwam tijdens de zwangerschap raak je tijdens de bevalling het vruchtwater, bloed en lichaamsvocht kwijt, waardoor je je meteen al lichter voelt. Gezonde voeding en beweging kunnen je helpen om terug in vorm te raken. Maar doe jezelf nu geen dieet aan: je lichaam heeft alle voedingsstoffen nodig om te herstellen van de zwangerschap en bevalling. Wees mild voor jezelf en je lichaam. Zeker als je borstvoeding geeft is het belangrijk om niet te drastisch gewicht te verliezen, want dit kan een impact hebben op je melkvoorziening. Je zorgverlener kan je begeleiden in je gewichtsverlies en hoe dit veilig te bereiken op lange termijn.
Urineverlies. Het is niet abnormaal om onverwacht wat urine te verliezen na de bevalling. Veel vrouwen ervaren wat incontinentie na een vaginale geboorte. Kegel-oefeningen versterken je bekkenbodemspieren. Als de situatie na 3 maanden niet verbetert, neem dan contact op met je zorgverlener.
Stoelgangverlies. Het zou kunnen dat je ook meer moeite ondervindt om je stoelgang op te houden of wat last hebt van winderigheid. Tijdens de bevalling kunnen de rectale spieren en zenuwen wat beschadigd raken. Neem in dat geval contact op met je arts, die kan je behandelingen en medicatie voorschrijven.
Aambeien. Vaginale spataders of aambeien tijdens de zwangerschap kunnen verergeren na de bevalling of verschijnen door het persen. Je arts kan je een behandeling voorschrijven zoals een spray of koude kompressen van toverhazelaar. Naar verloop van tijd verkleinen de aambeien of verdwijnen ze volledig.
Je eerste menstruatie na de bevalling
Vlak na de bevalling krijg je een vaginale bloeding of lochia, maar dit is geen menstruatie. Als je borstvoeding geeft kan die tot 6 maanden uitblijven of tot je de borstvoeding afbouwt. Als je flesvoeding geeft, krijg je je eerste menstruatie meestal 6 tot 8 weken na de geboorte. Je menstruatie kan anders zijn dan ervoor: korter, langer of minder pijnlijk. Na een tijdje wordt deze weer zoals normaal. Houd er wel rekening mee dat je opnieuw vruchtbaar kan zijn, ook al krijg je je menstruatie nog niet opnieuw. Je eierstokken kunnen immers al eicellen vrijgeven. Bespreek dus met je zorgverlener welke anticonceptie het best geschikt is voor je zodra je opnieuw seks hebt.
Omgaan met de lichamelijke veranderingen
Je lichaam heeft heel wat veranderingen moeten verduren tijdens de zwangerschap en na de bevalling. Wees dus mild voor jezelf. Je baby had tijd nodig om te groeien tijdens de zwangerschap, jouw lichaam heeft nu ook tijd nodig om zich aan te passen. Eet gevarieerd en gezond, beweeg, gun jezelf genoeg me-time en heb geduld. Je hebt veel om handen nu, dus geef jezelf de tijd om je draai weer te vinden.
Veranderingen in levensstijl
Met een pasgeborene om voor te zorgen verandert er heel wat in je leven. Misschien ben je dolenthousiast, misschien mis je je vroegere leven, misschien heb je een combinatie van dat alles. Aanvaard dat het anders is nu, dat is een eerste stap in omgaan met je nieuwe rol als ouder. Los van de vreugde kan je ook heel wat stress en vermoeidheid ervaren. Neem dus de tijd om voor jezelf te zorgen. Vraag zoveel mogelijk hulp (bijvoorbeeld bij het koken) en deel de taken met je partner (bijvoorbeeld flesjes geven ‘s nachts). Vraag eens aan je zorgverlener of er lokale diensten zijn die je kunnen steunen. Deel met je omgeving hoe je je voelt, dan wordt het minder zwaar. Stel dat je zodanig gestrest raakt dat het effect op je kleintje heeft, verlaat de ruimte dan even en adem diep in en uit. Schud je kind nooit uit frustratie.
Sporten tijdens de postpartumperiode
Ook al voel je je nu misschien te moe, toch kan sporten je energie geven en helpen om terug in vorm te raken. Probeer 2,5 uur matig te bewegen per week. Na een vaginale geboorte mag je weer beginnen te sporten zodra je je daar klaar voor voelt. Na een keizersnede wacht je het best 4 tot 6 weken na de bevalling om je lichaam voldoende te laten herstellen. Check het altijd eerst even bij je zorgverlener. Houd er rekening mee dat je niet meteen even intensief kan sporten als voor je zwangerschap. Wandelen, zwemmen en sportlessen specifiek voor na de bevalling zijn een goed idee. Staar je niet te veel blind op je gewicht of opnieuw in kleding van vroeger te passen. Zie je beweging eerder als een manier om gezond te blijven en genoeg energie op te doen voor je baby. Versterk vooral je core: je buik- en rugspieren. Die hebben het meest afgezien tijdens de zwangerschap.
Probeer deze oefeningen uit, 20 keer herhaald. Blijf ademen en houd je buikspieren aangespannen. Krom je rug niet en zorg dat die de grond raakt als je ligt.
Op handen en voeten zitten. Buig op handen en knieën, met je heupen boven je knieën en je schouders boven je handen. Adem diep in en span je buikspieren aan bij het uitademen. Doe dit bij alle oefeningen.
Je benen zwaaien. Lig op je rug, buig je knieën lichtjes en zet je voeten op de vloer. Span je buikspieren aan. Adem diep in en strek één van je benen door je voet over de vloer te schuiven. Adem uit en breng je been terug. Herhaal aan de andere kant.
Je knieën optrekken. Begin vanuit dezelfde houding als hierboven. Til één been op met je knie gebogen, zodat je knie boven je heup zit. Strek dan je andere been. Fiets met de benen zodat het strekken en buigen afwisselt.
Je hielen raken. Lig op je rug en strek je beide benen in een hoek van 90 graden boven je heupen. Houd je kuiten parallel met de vloer. Laat één van je benen zakken tot je hiel de vloer raakt. Herhaal met het andere been.
Je benen strekken. Begin vanuit dezelfde houding als hierboven. Strek één van je benen uit tot je voet vlak boven de grond zweeft. Herhaal met het andere been.
Weer beginnen met werken
Weer gaan werken kan afhangen van heel wat factoren, zoals je financiële situatie, ouderschapsverlof en algemene familiale overwegingen. Zelfs als je alles tot in de puntjes had uitgedacht tijdens je zwangerschap, kunnen de omstandigheden veranderd zijn of kun je ontdekken dat je toch iets anders wil. Geef jezelf de tijd om een keuze te maken waar je je goed bij voelt.
Je hebt als moeder recht op 10 weken bevallingsverlof. Je partner heeft sinds 1 januari 2019 recht op 5 weken aanvullend geboorteverlof (bovenop de week geboorteverlof betaald door de werkgever). Vanaf 22 augustus 2022 kunnen daarnaast ook aanvragen ingediend worden voor betaald ouderschapsverlof. Gedurende 9 weken krijg je dan een uitkering ter waarde van 70% van je loon. Zoek ook uit of je werkgever voordelen aanbiedt zoals flexibele uren of kinderopvang. Als je borstvoeding geeft, is je werkgever verplicht een ruimte te voorzien waar je in alle rust kan afkolven.
Als jij en je partner allebei terug aan het werk gaan, bekijk dan opties voor kinderopvang. Je kan aan familie vragen om je uit de nood te helpen, een kinderoppas nemen of je kleintje naar een gastouder brengen.
De baby blues
Hoewel dit een periode is van veel vreugde, is het normaal om je in de postpartumperiode ook wel eens triest te voelen. 40 tot 80% van de vrouwen geeft aan dan last te hebben van de “baby blues”. Er even doorheen zitten betekent niet dat je een slechte moeder bent of ondankbaar voor wat je hebt, het wil gewoon zeggen dat je lichaam zich aan het aanpassen is. Blijf dit voor ogen houden als je je triest voelt. Vertrouw het toe aan je partner of dierbaren, rust zoveel mogelijk en neem voldoende me-time.
Meestal gaan deze gevoelens na een paar dagen over, maar mocht dat niet zo zijn of mochten de gevoelens verergeren, neem dan contact op met je zorgverlener. Dan is het misschien een postnatale depressie. Die begint meestal in de eerste drie weken na de geboorte, maar kan ook pas later in het eerste jaar toeslaan. Mogelijke symptomen zijn: • Veel huilen • Geen energie hebben • Overeten • Overdreven bezorgd zijn • Geen interesse hebben in je baby • Je waardeloos of schuldig voelen • Niet kunnen slapen • Je erg moe voelen
Seks in de postpartumperiode
Op een gegeven moment vraag je je misschien af wanneer je opnieuw seks kan hebben. Artsen raden aan om te wachten met seks hebben tot 6 weken na de bevalling. Mocht je je daar eerder klaar voor voelen, vraag dan advies op maat aan je zorgverlener. Veel vrouwen hebben een lager libido na de bevalling. Misschien ben je moe of voel je je gespannen voor pijn. Doe rustig aan en wees eerlijk naar je partner toe. Maak tijd vrij om ongestoord samen te zijn. Bespreek ook je anticonceptie met je zorgverlener voor je opnieuw seks hebt. Experts raden aan om minstens een jaar te wachten voor je opnieuw probeert zwanger te raken, zodat je lichaam voldoende kan herstellen tussen de zwangerschappen in.
Medische aandoeningen
Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van mogelijke medische aandoeningen tijdens de postpartumperiode. Deze komen regelmatig voor. Raadpleeg je zorgverlener in het geval je je zorgen zou maken.
Pre-eclampsie (bloeddrukstoornis). Als je hier last van had tijdens je zwangerschap loop je meer kans om het opnieuw te hebben bij een volgende zwangerschap, of heb je later een hoger risico op cardiovasculaire aandoeningen. Laat tijdens de postpartumperiode je bloeddruk nakijken door een arts voor gepersonaliseerd advies.
Postnatale depressie. Sommige vrouwen voelen een intens verdriet na de bevalling, dat niet weggaat na een aantal weken. Een postnatale depressie kan verder gepaard gaan met een gevoel van hopeloosheid, wanhoop en angst. Je kan zonder aantoonbare reden beginnen te huilen, moeite hebben om je te concentreren, je overslapen of moeite hebben met slapen, zelfs als je baby diep in slaap is. Wacht niet tot je volgende controle en zoek onmiddellijk hulp bij je zorgverlener. Die zal je medicatie en/of therapie aanbevelen.
Postpartum endometriose. Endometriose is een infectie van de baarmoederwand. Het komt zelden voor in de postpartumperiode, maar je loopt meer risico na een keizersnede. Tijdens de ingreep kreeg je waarschijnlijk antibiotica, maar in de dagen nadien kan je koorts krijgen, je ziek voelen of last hebben van een pijnlijke buik. Raadpleeg in dat geval je arts, die zal de diagnose stellen en de infectie behandelen met antibiotica.
Postpartum bloeding. Dit is een hevige bloeding de eerste 12 weken na de bevalling. Een bloeding de eerste 24 uur na de bevalling ontstaat meestal door placentaloslating (waarbij de placenta vervroegd loskomt van de baarmoederwand) of omdat de baarmoeder niet goed samentrekt na de nageboorte. Het komt gelukkig maar voor bij 4 tot 6% van de bevallingen. Mocht je er last van krijgen, dan schrijft je arts medicatie of massages voor die de baarmoeder doen samentrekken. Bij te veel bloedverlies kan er een bloedtransfusie gedaan worden. Neem sowieso contact op met je zorgverlener als je hevig bloedt tijdens de postpartumperiode.
Postpartum schildklierstoornis. In de eerste 2 tot 4 maanden na de bevalling hebben sommige vrouwen een overactieve schildklier, nadien een onderactieve. Meestal raakt die na een tijdje terug in balans, maar soms kan je de ziekte van Hashimoto ontwikkelen, die een levenslange behandeling vraagt. De symptomen ervan, zoals vermoeidheid en gewichtsschommelingen, lijken erg op de normale omstandigheden als kersverse moeder. Als je symptomen abnormaal lijken of niet overgaan, kan je zorgverlener nagaan of je schildklier aan de oorzaak ligt.
Zwangerschapsdiabetes. Als je last had van zwangerschapsdiabetes, blijft je zorgverlener dit opvolgen tijdens de postpartumperiode. Op 6 tot 12 weken na de bevalling neemt die een glucosetolerantietest bij je af. Ook gewichtsverlies of medicatie kunnen aangeraden worden.
Postpartum controles
De eerste 8 dagen na de bevalling krijg je kraamzorg aan huis. Jij gaat 6 weken na de bevalling nog eens op controle, je baby zal de eerste 3 maanden maandelijks opgevolgd worden. Bij een keizersnede kan de genezing na 2 weken al eens bekeken worden. Bij zo’n controle gaat je zorgverlener je gewicht na, je bloeddruk, je borsten, buikspieren en bekken. Noteer op voorhand alle vragen of zorgen waar je mee zit, zodat je niets belangrijks vergeet te vragen. Zorg, als dat nog niet het geval zou zijn, dat je kinkhoestvaccinatie of griepprik in orde is.
Contacteer je zorgverlener onmiddellijk als je merkt dat je:
Meer dan 38 graden koorts hebt
Je misselijk voelt of moet overgeven
Pijn of een branderig gevoel hebt bij het plassen
Hevig bloedt (bijvoorbeeld meer dan 2 grote verbanden verbruikt per uur)
Zware buikpijn hebt
Gezwollen benen krijgt
Pijn hebt in de borst
Rode strepen of pijnlijke knobbels merkt in je borsten
Pijn hebt of tekenen van een infectie (roodheid, afscheiding) na een knip tijdens de geboorte, vooral als het erger wordt
Raar ruikende vaginale afscheiding hebt
Je triest of hopeloos voelt, vooral als dat langer duurt dan 10 dagen
Hulp zoeken
“Er is een dorp nodig om een kind op te voeden,” wordt gezegd. Dat klopt ergens wel: je hoeft er niet alleen voor te staan. Vraag hulp aan je partner, familie en naaste vrienden als het nodig is. Ook je zorgverlener, verloskundige of doula kan je helpen met advies. Andere ouders uit prenatale lessen kunnen je steunen: jullie gaan door hetzelfde heen. De postpartumperiode zijn 6 weken vol veranderingen en nieuwe ervaringen voor jou en je gezin. Neem je tijd om hier met zo weinig mogelijk stress aan te wennen. Zoek zoveel steun als je nodig hebt.
BABYNAAMTOOL